Rendierhuiden
Het rendier is het huisdier van de toendra. Het is gedomesticeerd en wordt door de nomaden van de toendra`s van Europa en Azië gehouden. Er zijn nog slechts enkele zeldzame wilde populaties. Ook in Noord-Amerika komt het nog steeds in het wild voor. Het Noord-Amerikaanse rendier wordt kariboe genoemd. Bij ons zijn ze vooral bekend als de trouwe metgezellen van de kerstman.
Ze leven vooral in kuddes en hun grootste vijand is de wolf. Zowel het vrouwtje als het mannetje hebben een groot gewei. Doordat ze in koude Arctische gebieden leven is hun vacht heel dik. Ze bestaat uit een ondervacht van donsharen en een bovenvacht van holle met lucht gevulde dekharen dat eveneens als zwemvest dient wanneer ze een rivier overstreken. De kleur van de rendiervacht varieert van bijna wit tot zwart. Het rendier verhaart tweemaal per jaar.
De holle dekharen breken makkelijk af en een rendierhuid is bijgevolg niet geschikt om op te lopen of veelvuldig te gebruiken. Louter decoratief gebruik is aan te raden.
Wanneer staat aangegeven dat het een B-kwaliteit vacht is, betekent dit dat er vormafwijkingen kunnen zijn of de vacht aan de achterzijde mogelijk enkele gaatjes kan vertonen welke niet zichtbaar zijn aan de voorzijde.
